De start van het FIA World Endurance Championship leverde Jeroen Bleekemolen gemengde gevoelens op. De snelheid van de #57 Porsche 911 RSR was het hele weekend van de 4 uur van Silverstone goed aanwezig, maar door een kapot vliegwiel in de laatste training kon het team van Bleekemolen, Ben Keating en Felipe Fraga niet deelnemen aan de kwalificatie. “De regel in het WEC is dat je dan vanuit de pits moet starten en mag pas vertrekken als het hele veld een volledige ronde heeft afgelegd”, reageert Jeroen Bleekemolen vanuit Silverstone. “1,5 ronde achterstand maak je nooit meer goed, daarvoor zit dit veld te dicht op elkaar.”
Bleekemolen rijdt dit jaar ook in de IMSA in Amerika en de ADAC GT Masters en kent het WEC natuurlijk ook van de 24 van Le Mans. “Dit is Le Mans in het klein, een kleiner veld, maar ook een kortere baan”, aldus de in Monaco woonachtige coureur. “Dit is heel anders racen dan in de IMSA, maar we mogen tevreden zijn met de snelheid van onze auto. Je moet niet vergeten dat we voor het eerst in deze auto reden in een wedstrijd. Vanaf de eerste training zaten we er bij en dat geeft veel hoop voor de rest van het seizoen.”
De #57 Porsche van Team Project1 finishte uiteindelijk op de tiende positie. “Als je de eerste 1,5 ronde niet meetelt, hebben we bijna dezelfde afstand als de winnaar afgelegd. Zonder straf hadden we hier zeker voor de overwinning mee kunnen doen. Dit is wel een grote teleurstelling voor het kampioenschap, maar er komen nog langere races aan en daar zijn meer punten te verdienen.”
Sebastiaan Bleekemolen kwam dit weekend uit in de Renault Clio Cup Central Europe op het Autodrom Most. Het weekend in Tsjechië begon zeer heftig voor de regerend kampioen met een zware crash in de training. “Ik snap nog steeds niet helemaal wat er gebeurde. Het begon tijdens mijn inlap een beetje te spetteren. Ik kon niet meer remmen, de auto werd onbestuurbaar en ik gleed zo de bandenstapel in. Al stilstaand werd ik hard aan de zijkant geraakt door een andere auto en ik heb zelden zo’n harde klapper meegemaakt. Als je dan later ziet wat er op Spa gebeurt, besef je dat je het af en toe niet zelf in de hand hebt en was ik gek genoeg blij dat het voorbij was.”
Bleekemolen beschikte op zaterdag over een nieuwe auto en in de kwalificatie klokte hij een vijfde en een zesde tijd. “Het was heel close. Ik zat maar een tiende van de snelste tijd af en twintig coureurs zaten binnen een seconde.” In de eerste race op zaterdag beleefde Sebastiaan een discutabel moment. “Sandro Soubek forceerde me in de eerste ronde van de baan en bij terugkomst raakte ik hem. Het was heel apart dat ik pas na de race een drive through penalty kreeg. Die werd vervolgens omgezet in een tijdstraf van 30 seconden waardoor ik van de vierde naar de achttiende plaats zakte. Ze hadden door de safety car 12 minuten de tijd om actie te ondernemen. Dan had ik nog terug kunnen vechten, nu kon ik er niks meer aan doen. Het discutabele was dat we voor deze race een Tsjechische racedirecteur hadden en mijn grootste concurrent is een Tsjech, Tomas Pekar. Er zijn veel coureurs rond getikt en er is slechts één straf uitgedeeld.”
Ook de tweede race op zondag kende een merkwaardig verloop. “Dat was een mooie race om te rijden”, vertelt Sebastiaan. “Soubek en Pekar waren niet normaal hard met elkaar in gevecht. Daarbij negeerde Soubek een drive trough penalty en een zwarte vlag. Ik reed op de derde plaats met Andreas Stucki continu op mijn bumper. In de slotfase wilde ik proberen om Pekar in te halen, maar hij nam elke keer zo veel risico dat ik eieren voor mijn geld heb gekozen. Door de straf voor Soubek werd ik tweede, maar vooral op zaterdag heb ik dus veel punten in de strijd om het kampioenschap verloren. De voorsprong van Pekar is nu riant, maar als we in Hockenheim en Zolder in de top 3 kunnen rijden, kan ik wellicht nog inlopen.”